-
1 alluring
1. a соблазнительный, обольстительный2. a заманчивый; притягательныйСинонимический ряд:1. appealing (adj.) appealing; attracting; attractive; bewitching; captivating; charming; desirable; drawing; enchanting; engaging; enticing; entrancing; erotically appealing; fascinating; fetching; glamorous; inviting; lovely; magnetic; mesmeric; prepossessing; pretty; seductive; sexually appetizing; siren; sweet; tempting; winning; winsome; witching2. attracting (verb) attracting; bewitching; captivating; charming; enchanting; fascinating; magnetizing; taking; wiling3. luring (verb) alluring; appealing; baiting; decoying; drawing; enticing; entrapping; inveigling; leading on; luring; magnetising; pulling; seducing; tempting; tolling; training -
2 alluring
[English Word] be alluring[Swahili Word] -tamanisha[Part of Speech] verb------------------------------------------------------------ -
3 attracting
притягивающий; притяжениеСинонимический ряд:1. attractive (adj.) alluring; appealing; attractive; bewitching; captivating; charming; drawing; enchanting; engaging; fascinating; glamorous; magnetic; mesmeric; prepossessing; seductive; siren2. alluring (verb) alluring; bewitching; captivating; charming; enchanting; magnetizing; taking; wiling3. appealing (verb) appealing; drawing; exciting; fascinating; interesting; intriguing; luring; magnetising; pulling4. interesting (verb) interesting; intriguing -
4 drawing
1. n протаскивание2. n вытягивание3. n подтягивание; приближение4. n лотерея5. n спорт. жеребьёвка6. n щепотка чаю для заварки7. n выручка; прибыль8. n тех. волочение, протягивание9. n тех. вытяжка10. n тех. метал. отпуск11. n тех. выпуск руды12. n тех. выдача угля на поверхность13. a тянущий, везущий14. a тягловый, грузовой15. a оттягивающий16. a вытяжной17. n черчение18. n рисованиеin drawing — нарисованный правильно, с учётом перспективы
19. n чертёж20. n рисунок; набросок; изображениеoutline drawing — контурный чертеж; контурный рисунок
perspective drawing — чертёж, рисунок в перспективе
Синонимический ряд:1. attractive (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; bewitching; captivating; charming; enchanting; engaging; fascinating; glamorous; magnetic; mesmeric; prepossessing; seductive; siren2. artwork (noun) artwork; commercial art; commercial designing; design; etching; illustrating; sketching; tracing3. sketch (noun) depiction; doodle; graffiti; illustration; likeness; picture; representation; sketch; work of art4. attracting (verb) alluring; appealing; attracting; bewitching; captivating; charming; enchanting; fascinating; luring; magnetising; magnetizing; wiling5. depleting (verb) bankrupting; depleting; drawing down; exhausting; impoverishing; using up6. draining (verb) drafting; draining; drawing off; pumping; siphoning; tapping7. eviscerating (verb) disemboweling; eviscerating; gutting8. evoking (verb) eliciting; evoking9. extending (verb) drawing out; elongating; extending; lengthening; prolonging; protracting; spinning out; stretching10. getting (verb) deriving; getting; taking11. inducing (verb) arguing into; bringing around; convincing; drawing in; drawing on; inducing; persuading; prevailing on; prevailing upon; procuring; prompting; talking into; winning over12. inferring (verb) collecting; concluding; deducing; deducting; gathering; inferring; judging; making; making out13. paying (verb) bring in; clearing; earning; gaining; grossing; netting; paying; producing; realising; repaying; returning; yielding14. pouring (verb) decanting; effusing; pouring15. pulling (verb) dragging; hauling; lugging; pulling; towing; tugging -
5 appealing
1. a умоляющий; трогательный2. a привлекательный, обаятельныйСинонимический ряд:1. mouth-watering (adj.) appetizing; delectable; delicious; enticing; inviting; mouth-watering; tantalizing; tasty; tempting2. pretty (adj.) alluring; attracting; attractive; bewitching; captivating; charming; drawing; enchanting; engaging; entrancing; fascinating; fetching; glamorous; lovely; magnetic; mesmeric; prepossessing; pretty; seductive; siren; sweet; winning; winsome3. applying (verb) addressing; applying; approaching; suing4. begging (verb) appealing; begging; beseeching; bracing; conjuring; craving; entreating; imploring; importuning; invoking; plead with; pleading; praying; supplicating5. drawing (verb) alluring; attracting; drawing; exciting; fascinating; interesting; intriguing; luring; magnetising; pulling6. petitioning (verb) petitioning; suing for; suing to -
6 enchanting
1. a очаровательный, обворожительный, пленительный, обаятельный2. a колдовской, волшебныйСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; bewitching; captivating; drawing; enticing; entrancing; fascinating; fetching; glamorous; lovely; magnetic; mesmeric; prepossessing; pretty; seductive; siren; sweet; tempting; winning; winsome2. charming (adj.) charming; delectable; delicious; delightful; heavenly; luscious3. entertaining (adj.) amusing; cheering; diverting; engaging; entertaining; interesting; lively; pleasing4. attracting (verb) alluring; attracting; captivating; drawing; fascinating; magnetizing; taking; wiling5. bewitching (verb) bewitching; charming; hexing; spelling; voodooing; witching6. entrancing (verb) beguiling; enchanting; enthralling; entrancing; spellbinding7. pleasing (verb) cheering; delighting; gladdening; gratifying; pleasing; tickling -
7 charming
a очаровательный, обаятельный, прелестныйСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; bewitching; captivating; delightful; drawing; engaging; enticing; entrancing; fascinating; fetching; glamorous; graceful; intriguing; irresistible; lovely; magnetic; mesmeric; prepossessing; pretty; provocative; seductive; siren; sweet; tempting; winning; winsome2. delightful (adj.) delectable; delicious; delightful; enchanting; heavenly; luscious3. entertaining (adj.) amusing; cheering; entertaining; interesting; lively; pleasing4. attracting (verb) alluring; attracting; captivating; drawing; fascinating; magnetizing; taking; wiling5. bewitching (verb) bewitching; enchanting; hexing; spelling; voodooing; witching6. charming (verb) beguiling; charming; enthralling; entrancing; spellbindingАнтонимический ряд:disgusting; obnoxious; repulsive; unattractive -
8 fascinating
1. a очаровательный, обворожительный, пленительный2. a увлекательный, захватывающийСинонимический ряд:1. attractive (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; bewitching; captivating; charming; delightful; drawing; enchanting; engaging; enticing; entrancing; fetching; glamorous; interesting; lovely; magnetic; mesmeric; mesmerizing; prepossessing; pretty; seductive; siren; sweet; tempting; winning; winsome2. engrossing (adj.) engrossing; gripping; riveting3. extraordinary (adj.) amazing; extraordinary; remarkable; some; unusual4. attracting (verb) alluring; attracting; beguiling; bewitching; captivating; charming; drawing; enchanting; entrancing; fascinating; luring; magnetising; magnetizing; pulling; taking; wiling5. holding (verb) arresting; catch up; catching up; enthralling; gripping; holding; mesmerising; mesmerizing; riveting; spellbinding; transfixing6. interesting (verb) appealing; exciting; interesting; intriguingАнтонимический ряд:boring; repulsive -
9 bewitching
околдовывать; очаровательныйСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; captivating; charming; delightful; drawing; enchanting; engaging; enticing; entrancing; fascinating; fetching; glamorous; inviting; irresistible; lovely; magic; magnetic; mesmeric; prepossessing; pretty; seductive; siren; sweet; tempting; winning; winsome; witching2. attracting (verb) alluring; attracting; captivating; drawing; fascinating; magnetizing; taking; wiling3. charming (verb) beguiling; bewitching; charming; enchanting; enthralling; entrancing; hexing; spellbinding; spelling; voodooing; witching -
10 tempting
1. a искушающий, соблазняющий2. a соблазнительный, заманчивыйСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; appetizing; attractive; bewitching; captivating; charming; Circean; enchanting; engaging; enticing; entrancing; fascinating; fetching; intriguing; inviting; lovely; luring; magnetic; prepossessing; pretty; provoking; seductive; sweet; winning; winsome; witching2. courting (verb) beckoning; courting; inviting; provoking; tempting3. luring (verb) alluring; baiting; decoying; enticing; entrapping; inveigling; leading on; luring; seducing; tolling; training -
11 taking
1. a разг. привлекательный, очаровательный, обаятельный; симпатичный; покоряющий2. a разг. заразныйСинонимический ряд:1. engaging (adj.) attractive; captivating; charming; convincing; engaging; pleasant; pleasing; refreshing; winning2. infectious (adj.) catching; contagious; infectious3. grabbing (noun) catching; getting; grabbing; pilfering; removing; stealing; theft; using; walking away with4. acting (verb) acting; behaving; functioning; operating; performing; reacting; working5. admitting (verb) admitting; receiving; taking in6. apprehending (verb) accepting; apprehending; compassing; comprehending; following; making out; seeing; tumbling to; twigging7. appropriating (verb) annexing; appropriating; arrogating; confiscating; expropriating; preempting; sequestering8. asking (verb) asking; call for; calling for; craving; demanding; entailing; involving; necessitating; requiring9. assuming (verb) assuming; commandeering; pre-empting; striking; usurping10. attracting (verb) alluring; attracting; bewitching; captivating; charming; deriving; drawing; enchanting; fascinating; magnetizing; wiling11. bearing (verb) abiding; bearing; brooking; digesting; downing; enduring; going; lumping; standing; sticking out; stomaching; suffering; supporting; sustaining; swallowing; sweating out; tolerating12. bringing (verb) bringing; carrying; conveying; fetching13. buying (verb) buying; purchasing14. catching (verb) bagging; capturing; catching; collaring; nailing; overhauling; overtaking; securing15. cheating (verb) beating; bilking; cheating; chiseling or chiselling; cozening; defrauding; doing; flimflamming; gulling; gypping; mulcting; overreaching; reaming; swindling; victimising16. choosing (verb) choosing; culling; electing; marking; opting for; picking; picking out; preferring; selecting; singling out17. clasping (verb) clasping; grasping; gripping18. deducting (verb) deducting; discounting; drawing back; knocking off; subtracting; take off; taking away; taking off; taking out19. eating (verb) consuming; devouring; eating; feeding on; ingesting; partaking of20. getting (verb) coming down with; contracting; developing; gaining; getting; netting; sickening; sickening of; sickening with; winning21. reading (verb) construing; interpreting; reading22. seizing (verb) clutching; grabbing; grappling; nabbing; seizing; snatching23. surprising (verb) boarding; hit on; surprising24. treating (verb) dealing with; handling; playing; serving; treating; using25. understanding (verb) believing; conceiving; expecting; gathering; imagining; supposing; suspecting; thinking; understanding -
12 engaging
1. a привлекательный, обаятельный; располагающий2. a тех. зацепляющий; зацепляющийсяСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; bewitching; captivating; drawing; dulcet; entrancing; fascinating; fetching; glamorous; lovely; magnetic; mesmeric; prepossessing; pretty; seductive; siren; sweet; tempting; winning; winsome2. charming (adj.) charming; enticing; gregarious; inviting; likeable; pleasant3. entertaining (adj.) amusing; cheering; enchanting; entertaining; interesting; lively; pleasing4. employment (noun) employment; engagement; hiring5. booking (verb) bespeaking; booking; reserving6. busying (verb) busying; engrossing; immersing; soaking7. encountering (verb) encountering; facing; meeting; taking on8. engaging (verb) employing; engaging; hiring; meshing; putting on; retaining; take on9. entangling (verb) draw in; entangling10. having (verb) carry on; having; indulging; partaking; participating11. occupying (verb) involving; monopolising; occupying; pre-empting; tie up12. promising (verb) contracting; passing; pledging; promising; undertaking -
13 pulling
1. n ручная прополка, продёргивание2. n ощипывание; выщипывание щетины или волос3. n теребление4. n корчевание, раскорчёвка5. n спорт. занос6. n тех. извлечение, выемка; выдёргивание7. n тех. натяжение8. n тех. тяга9. n гребля10. n метал. усадочная трещинаСинонимический ряд:1. muscle action (noun) contraction; flexing; muscle action; squeezing; tensing; tightening2. appealing (verb) alluring; appealing; attracting; fascinating; luring; magnetising3. committing (verb) committing4. donning (verb) assuming; donning; putting on; striking; taking on5. dragging (verb) dragging; drawing; hauling; lugging; towing; tugging6. getting (verb) acquiring; annexing; chalking up; compassing; gaining; getting; having; landing; obtaining; picking up; procuring; securing; winning7. rowing (verb) oaring; paddling; rowing8. straining (verb) straining9. tearing (verb) extracting; plucking; tearing; yanking -
14 fit
I noun1) Anfall, der2) (fig.) [plötzliche] Anwandlunghave or throw a fit — einen Anfall bekommen
[almost] have or throw a fit — (fig.) [fast] Zustände kriegen (ugs.)
II 1. adjectivesomebody/something has somebody in fits [of laughter] — jemand ruft dröhnendes Gelächter bei jemandem hervor
1) (suitable) geeignetfit to eat or to be eaten/for human consumption — essbar/zum Verzehr geeignet
2) (worthy) würdig; wert3) (right and proper) richtig4) (ready)2. nounfit for duty or service — dienstfähig od. -tauglich; see also academic.ru/27073/fiddle">fiddle 1. 1)
Passform, dieit is a good/bad fit — es sitzt od. passt gut/nicht gut
3. transitive verb,I can just get it in the suitcase, but it's a tight fit — (fig.) ich kriege es noch in den Koffer, aber nur gerade so (ugs.)
- tt-1) [Kleider:] passen (+ Dat.); [Schlüssel:] passen in (+ Akk.); [Deckel, Bezug:] passen auf (+ Akk.)2) anpassen [Kleidungsstück, Brille]3) (correspond to, suit) entsprechen (+ Dat.); (make correspond) abstimmen (to auf + Akk.); anpassen (to an + Akk.)4) (put into place) anbringen (to an + Dat. od. Akk.); einbauen [Motor, Ersatzteil]; einsetzen [Scheibe, Tür, Schloss]; (equip) ausstatten4. intransitive verb,fit well — [Kleidungsstück:] gut sitzen
Phrasal Verbs:- fit in- fit out* * *I 1. [fit] adjective1) (in good health: I am feeling very fit.) in Form2. noun(the right size or shape for a particular person, purpose etc: Your dress is a very good fit.) der Sitz3. verbpast tense, past participle fitted -)1) (to be the right size or shape (for someone or something): The coat fits (you) very well.) passen2) (to be suitable for: Her speech fitted the occasion.) passen für•- fitness- fitter
- fitting 4. noun1) (something, eg a piece of furniture, which is fixed, especially in a house etc: kitchen fittings.) die Einrichtung2) (the trying-on of a dress etc and altering to make it fit: I am having a fitting for my wedding-dress tomorrow.) die Anprobe•- fit in- fit out
- see/think fit II [fit] noun1) (a sudden attack of illness, especially epilepsy: She suffers from fits.) der Anfall2) (something which happens as suddenly as this: a fit of laughter/coughing.) der Ausbruch•* * *fit1[fɪt]nepileptic \fit epileptischer Anfallcoughing \fit Hustenanfall m4. (burst)\fit of laughter Lachkrampf mto get the audience in \fits das Publikum zum Lachen bringenin a \fit of generosity in einer Anwandlung von Großzügigkeit6.fit2[fɪt]I. adj<- tt->1. (suitable) geeignetthey served a meal \fit for a king sie trugen ein königliches Mahl aufto be \fit for human consumption zum Verzehr geeignet seinto be \fit for human habitation bewohnbar seinto be no \fit way to do sth kein geeigneter [o tauglicher] Weg sein, etw zu tunto be \fit to eat essbar [o genießbar] sein2. (qualified) geeignet3. (up to) fähigshe's not \fit for this responsibility sie ist dieser Verantwortung nicht gewachsento be \fit for military service/the tropics wehrdienst-/tropentauglich sein▪ to be [not] \fit to do sth nicht fähig [o in der Lage] sein, etw zu tunto be \fit to travel reisetauglich seinto be \fit to work arbeitsfähig sein4. (appropriate) angebrachtto do what one sees [or thinks] \fit tun, was man für richtig hält5. (worthy) würdigto be not \fit to be seen sich akk nicht sehen lassen können6. (ready, prepared) bereit▪ to be \fit to do sth nahe daran sein, etw zu tunto be \fit to drop zum Umfallen müde sein7. (healthy) fitto keep \fit sich akk fit halten9.▶ to be [as] \fit as a fiddle [or BRIT also flea] ( fam: merry) quietschvergnügt sein fam; (healthy) fit wie ein Turnschuh sein fambad/good/perfect \fit schlechter/guter/tadelloser Sitzthese shoes are a good \fit diese Schuhe passen gutIII. vthe should \fit the sales job perfectly er müsste die Verkäuferstelle perfekt ausfüllenthe punishment should always \fit the crime die Strafe sollte immer dem Vergehen angemessen seinthe key \fits the lock der Schlüssel passt ins Schlossthe description \fitted the criminal die Beschreibung passte auf den Täterto \fit sb's plans in jds Pläne passenhe had to \fit his plans to the circumstances er musste sich mit seinen Plänen nach den Gegebenheiten richten4. FASHION▪ to \fit sb jdm passen5. (mount)▪ to \fit sth etw montierento \fit a bulb eine Glühbirne einschrauben6. (shape as required)▪ to \fit sth etw anpassen7. (position as required)▪ to \fit sth etw einpassen8. (supply)9.▶ to \fit the bill seinen Zweck erfüllenIV. vito \fit like a glove wie angegossen passen [o sitzen]2. (accord) facts übereinstimmen, zusammenpassenhow do you \fit into all this? was für eine Rolle spielen Sie in dem Ganzen?4.* * *I [fɪt]1. adj (+er)1) (= suitable, suited for sth) geeignet; time, occasion günstigis this meat still fit to eat? — kann man dieses Fleisch noch essen?
she's not fit to be a mother — sie ist als Mutter völlig ungeeignet
2)(= deserving)
a man like that is not fit to have such a good wife — ein Mann wie er verdient so eine gute Frau nicht or ist eine so gute Frau nicht wertyou're not fit to be spoken to — du bist es nicht wert or verdienst es nicht, dass man sich mit dir unterhält
3) (= right and proper) richtig, angebrachtto see fit to do sth — es für richtig or angebracht halten, etw zu tun
he did not see fit to cooperate — er hat es nicht für nötig gehalten zu kooperieren
4) (in health) gesund; sportsman etc fit, in Formonly the fittest survive — nur die Geeignetsten überleben; (people) nur die Gesunden überleben; (in business etc) nur die Starken können sich halten
5)2. n(of clothes) Passform fit is a very good/bad fit — es sitzt or passt wie angegossen/nicht gut
it's a bit of a tight fit (clothes) — es ist etwas eng; (timing, parking) es geht gerade (noch)
3. vt1) (cover, sheet, nut etc) passen auf (+acc); (key etc) passen in (+acc); (clothes etc) passen (+dat)"one size fits all" — "Einheitsgröße"
3)4) (= put on, attach) anbringen (to an +dat); tyre, lock montieren, anbringen; double glazing einsetzen, anbringen; (= put in) einbauen (in in +acc); (= furnish, provide with) ausstattento fit a key in the lock — einen Schlüssel ins Schloss stecken
to fit a car with an alarm — eine Alarmanlage in ein Auto einbauen, ein Auto mit einer Alarmanlage ausstatten
4. vi1) (= be right size, shape dress etc, key) passen2) (= correspond) zusammenstimmen or -passenII Anfall mthere's still one piece of evidence that doesn't fit — da ist immer noch ein Indiz, das nicht dazupasst
fit of coughing/anger — Husten-/Wutanfall m
fit of remorse — Anwandlung f or Anfall m von Reue
he wrote this novel in fits and starts — er hat diesen Roman in mehreren Anläufen geschrieben
he'd have a fit (fig inf) — er würde (ja) einen Anfall kriegen (inf)
* * *fit1 [fıt]A adj (adv fitly)1. passend, geeignet2. geeignet, fähig, tauglich:fit for transport transportfähig;fit for work arbeits-, erwerbsfähig;fit to drink trinkbar;fit to eat ess-, genießbar;fit to drive fahrtüchtig;fit to fight (Boxen) kampffähig;I was fit to scream ich hätte schreien können;fit to kill umg wie verrückt;dressed fit to kill umg mächtig aufgedonnert;3. angemessen, angebracht:more than (is) fit über Gebühr4. schicklich, geziemend:it is not fit for us to do so es gehört sich oder ziemt sich nicht, dass wir dies tun5. würdig, wert:a dinner fit for a king ein königliches Mahl;not fit to be seen nicht vorzeigbar oder präsentabel6. a) gesundb) SPORT etc fit, (gut) in Form:B s1. a) Passform f, Sitz mb) passendes Kleidungsstück:it is a perfect fit es passt genau, es sitzt tadellos;it is a tight fit es sitzt stramm, fig es ist sehr knapp bemessen2. TECH Passung f, Sitz m:fine (coarse) fit Fein-(Grob)passung;sliding fit Gleitsitz3. Zusammenpassen n, Übereinstimmung fC v/twith mit)the key fits the lock der Schlüssel passt (ins Schloss);the description fits him, he fits the description die Beschreibung trifft auf ihn zu;the name fits him der Name passt zu ihm;fit the facts (mit den Tatsachen überein)stimmen;fit the occasion (Redew) dem Anlass entsprechend5. sich eignen für8. TECHa) einpassen, -bauen ( beide:into in akk)b) anbringen (to an dat)9. a) an jemandem Maß nehmenfit a coat on sb jemandem einen Mantel anpassenD v/i1. passen:a) die richtige Größe haben, sitzen (Kleidungsstück)b) angemessen seinc) sich eignen: I didn’t say you were a fool, but if the cap (bes US shoe) fits (wear it) aber wenn du meinst oder dich angesprochen fühlst(, bitte)fit2 [fıt] s1. MED Anfall m, Ausbruch m:fit of coughing Hustenanfall;fit of laughter Lachkrampf m;fit of perspiration Schweißausbruch;give sb a fit umga) jemandem einen Schock verpassen,b) jemanden auf die Palme bringen;fit of generosity Anwandlung von Großzügigkeit, Spendierlaune umg;a) stoß-, ruckweise,b) dann und wann, sporadisch;when the fit was on him wenn es ihn gepackt hattefit3 [fıt] s obs Fitte f, Liedabschnitt m* * *I noun1) Anfall, derfit of coughing — Hustenanfall, der
2) (fig.) [plötzliche] Anwandlunghave or throw a fit — einen Anfall bekommen
[almost] have or throw a fit — (fig.) [fast] Zustände kriegen (ugs.)
II 1. adjectivesomebody/something has somebody in fits [of laughter] — jemand ruft dröhnendes Gelächter bei jemandem hervor
1) (suitable) geeignetfit to eat or to be eaten/for human consumption — essbar/zum Verzehr geeignet
2) (worthy) würdig; wert3) (right and proper) richtigsee or think fit [to do something] — es für richtig od. angebracht halten[, etwas zu tun]
4) (ready)2. nounfit for duty or service — dienstfähig od. -tauglich; see also fiddle 1. 1)
Passform, dieit is a good/bad fit — es sitzt od. passt gut/nicht gut
3. transitive verb,I can just get it in the suitcase, but it's a tight fit — (fig.) ich kriege es noch in den Koffer, aber nur gerade so (ugs.)
- tt-1) [Kleider:] passen (+ Dat.); [Schlüssel:] passen in (+ Akk.); [Deckel, Bezug:] passen auf (+ Akk.)2) anpassen [Kleidungsstück, Brille]3) (correspond to, suit) entsprechen (+ Dat.); (make correspond) abstimmen (to auf + Akk.); anpassen (to an + Akk.)4) (put into place) anbringen (to an + Dat. od. Akk.); einbauen [Motor, Ersatzteil]; einsetzen [Scheibe, Tür, Schloss]; (equip) ausstatten4. intransitive verb,fit well — [Kleidungsstück:] gut sitzen
Phrasal Verbs:- fit in- fit out* * *adj.erledigt adj.geeignet adj.tauglich adj. n.Anfall -¨e m.Passung -en f.Sitz -e m. v.anprobieren v.montieren v.passen v. -
15 captivating
a пленительный, очаровательный, обаятельный, чарующийСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; bewitching; charming; delightful; drawing; enchanting; engaging; enticing; entrancing; fetching; glamorous; irresistible; lovely; magnetic; mesmeric; prepossessing; pretty; seductive; siren; sweet; tempting; winning; winsome2. enthralling (adj.) absorbing; engrossing; enthralling; fascinating; interesting3. attracting (verb) alluring; attracting; beguiling; bewitching; captivating; charming; drawing; enchanting; entrancing; fascinating; magnetizing; taking; wiling -
16 enticing
a соблазнительный, заманчивыйСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; bewitching; captivating; charming; Circean; enchanting; engaging; entrancing; fascinating; fetching; inviting; lovely; luring; magnetic; prepossessing; pretty; seductive; sweet; tempting; winning; winsome; witching2. stimulating (adj.) attractive; exciting; interesting; piquant; sparkling; stimulating3. luring (verb) alluring; baiting; decoying; enticing; entrapping; inveigling; leading on; luring; seducing; tempting; tolling; training -
17 baiting
1. n травля2. n как компонент сложных слов преследование3. n подкормка, прикармливаниеСинонимический ряд:1. hounding (verb) badgering; hectoring; hounding; riding; taunting2. luring (verb) alluring; decoying; enticing; entrapping; inveigling; leading on; luring; seducing; tempting; tolling; training3. molesting (verb) heckling; molesting; persecuting4. teasing (verb) tantalising; teasing; tormenting -
18 training
1. n воспитание; формирование2. n обучение; подготовка; образование3. n выучка, образование; познания, знания4. n тренировкаbridge training — упражнения в положении «мост»
5. n занятиеmanual training — занятия трудом, уроки труда
6. n дрессировка7. n спорт. тренированность, подготовленность; форма8. n сад. формирование9. n воен. наводка10. a учебный11. a тренировочныйСинонимический ряд:1. credentials (noun) academic accomplishment; background; credentials; experience; grounding; indoctrination; knowledge; qualifications2. instruction (noun) class; course; instruction; practice session; preparation; seminar; workshop3. schooling (noun) education; pedagogy; schooling; teaching; tuition; tutelage; tutoring4. study (noun) drill; exercise; practice; rehearsal; study5. directing (verb) addressing; aiming; casting; directing; heading; inclining; laying; leveling or levelling; levelling; pointing; presenting; setting; turning; zero in; zeroing in6. dragging (verb) dragging; trailing; training7. luring (verb) alluring; baiting; decoying; enticing; entrapping; inveigling; leading on; luring; seducing; tempting; tolling8. teaching (verb) disciplining; educating; instructing; schooling; teaching; tutoring -
19 prepossessing
a располагающий, приятныйСинонимический ряд:1. attractive (adj.) alluring; appealing; attracting; attractive; bewitching; captivating; charming; drawing; enchanting; engaging; enticing; entrancing; fascinating; fetching; glamorous; handsome; lovely; magnetic; mesmeric; pleasant; pleasing; pretty; seductive; siren; sweet; tempting; winning; winsome2. colouring (verb) biasing; colouring; prepossessing; warping3. prejudicing (verb) biasing or biassing; influencing; prejudicing4. preoccupying (verb) preoccupying -
20 winning
1. n победа, выигрыш2. n выигрыш, выигранные деньги3. n захваченная территория4. n завоевание5. n с. -х. уборка6. n горн. добыча; выемка7. n горн. вскрытие, проходка8. a выигрывающий, побеждающий; выигравший, победивший9. a привлекательный, обаятельный, обворожительныйСинонимический ряд:1. appealing (adj.) alluring; appealing; attractive; bewitching; captivating; charming; dazzling; dulcet; enchanting; engaging; enticing; entrancing; fascinating; fetching; lovely; magnetic; prepossessing; pretty; sweet; taking; tempting; winsome2. victorious (adj.) champion; leading; triumphant; victorious3. beating (verb) beating; overcoming; prevailing; triumphing4. gaining (verb) accomplishing; achieving; attaining; gaining; racking up; reaching; realizing; scoring5. getting (verb) acquiring; annexing; bringing in; capturing; chalking up; come by; compassing; deserving; draw down; drawing down; earning; getting; having; knocking down; landing; making; meriting; obtaining; pick up; picking up; procuring; pull down; pulling; securing; taking; winning
- 1
- 2
См. также в других словарях:
alluring — 1. noun /ɚˈluɚ.rɪŋ,ɚˈlʊɚ.rɪŋ/ The action of the verb allure. 2. adjective /ɚˈluɚ.rɪŋ,ɚˈlʊɚ.rɪŋ/ Having the power to allure … Wiktionary
attract — verb Etymology: Middle English, from Latin attractus, past participle of attrahere, from ad + trahere to pull, draw Date: 15th century transitive verb to cause to approach or adhere: as a. to pull to or draw toward oneself or itself < a magnet… … New Collegiate Dictionary
Jehovah (Yahweh) — Jehovah (Yahweh) † Catholic Encyclopedia ► Jehovah (Yahweh) The proper name of God in the Old Testament; hence the Jews called it the name by excellence, the great name, the only name, the glorious and terrible name, the hidden and… … Catholic encyclopedia
chase — I. noun Etymology: Middle English, from Anglo French chace, from chacer Date: 13th century 1. a. the hunting of wild animals used with the b. the act of chasing ; pursuit c. an earnest or frenzied seeking after something desired 2. something… … New Collegiate Dictionary
Houri — In Islam, the hūr or hūrīyah (ArB|حورية) are described as (splendid) Muhammad Asad, The Message of the Qur an , Publisher: The Book Foundation; Bilingual edition (December 2003) Language: English, ISBN 1904510000,Chapter (Surah) An Naba (The… … Wikipedia
green — I. adjective Etymology: Middle English grene, from Old English grēne; akin to Old English grōwan to grow Date: before 12th century 1. of the color green 2. a. covered by green growth or foliage < green fields > b. of winter mild … New Collegiate Dictionary
witch — I. noun Etymology: Middle English wicche, from Old English wicca, masculine, wizard & wicce, feminine, witch; akin to Middle High German wicken to bewitch, Old English wigle divination, and perhaps to Old High German wīh holy more at victim Date … New Collegiate Dictionary
List of British words not widely used in the United States — Differences between American and British English American English … Wikipedia
pimp — /pɪmp / (say pimp) noun 1. someone who solicits for a prostitute, or brothel; a procurer. 2. a contemptible person. 3. an informer; a tale bearer. –verb (i) 4. to procure; pander. 5. to inform; tell tales. –adjective 6. Colloquial fashionably… …
glamour — also glamor noun Etymology: Scots glamour, alteration of English grammar; from the popular association of erudition with occult practices Date: 1715 1. a magic spell < the girls appeared to be under a glamour Llewelyn Powys > 2. an exciting and… … New Collegiate Dictionary
allure — I. transitive verb (allured; alluring) Etymology: Middle English aluren, from Middle French alurer, from Old French, from a (from Latin ad ) + lure, leure lure more at lure Date: 15th century to entice by charm or attraction Synonyms: see attract … New Collegiate Dictionary